Elke e-boiler van Parat Halversen uit Noorwegen is maatwerk, want het apparaat moet precies passen bij bestaande industriële installaties. Om de e-boiler voor oververhitte stoom bij de BECC Energy Hub neer te kunnen zetten moest zelfs een gedetailleerd hijsplan worden opgesteld.
Duurzaam en rendabel
Met de nieuwe e-boiler kan de BECC Energy Hub snel en soepel schakelen tussen de eigen centrale en goedkoop ingekochte elektriciteit om industriële warmte op te wekken. Dat is van belang om duurzaam en nog rendabeler energie te produceren, en in te spelen op de vraag naar flexibiliteit op de elektriciteitsmarkt. Samen met een batterij voor opslag van 20 MWh stroom zorgt de e-boiler ervoor dat BECC bijdraagt aan de balans van het Nederlandse elektriciteitsnet, een van de grote vraagstukken bij de integratie van duurzame productiebronnen.Het ontwikkelen en bouwen van deze uitbreiding van de installatie heeft ongeveer een jaar geduurd. “Wij hadden op het juiste moment de technologie in huis”, zegt Dan Ole Vikeså van leverancier Parat. “E-boilers zijn een goede oplossing om het energienetwerk flexibeler te maken en los te komen van fossiele brandstoffen.”
Robuust en gepatenteerd
Oneerbiedig gezegd is de e-boiler uit Noorwegen een industriële waterkoker, met een voor consumenten niet voor te stellen capaciteit. In dit onderdeel van de BECC Energy Hub is de temperatuur 239 tot 270 graden Celsius bij een druk van 30 bar. En dan is het toestel ook nog rechtstreeks aangesloten op een 10 kiloVolt-leiding, de toegang tot het middensegment van het Nederlandse elektriciteitsnet. Parat heeft gepatenteerde technologie om zo’n aansluiting te gebruiken zonder de inzet van klassieke transformators.“Het is allemaal veel robuuster en ingewikkelder dan thuis”, zegt Paul Weersink van Kaisec energiespecialisten uit Hengelo dat voor Parat en BECC de plaatsing en aansluiting organiseerde. “Je moet er niet aan willen komen, en dat kan trouwens ook niet. Alles is netjes afgeschermd.”
Parat is mondiaal actief en marktleider voor industriële e-boilers in Europa. De techniek is door de Noren ontwikkeld om de overvloedige elektriciteit uit waterkracht om te kunnen zetten in industriële warmte. Dat gebeurt op boorplatforms in zee, maar Parat-boilers zijn ook te vinden in de papierindustrie, brouwerijen en bij de productie van staal en aluminium. Het is een omvangrijke markt: in 2022 bouwde en leverde Parat een honderdtal systemen. Vikeså: “Onze producten moeten passend gemaakt bij een industriële infrastructuur. Bij elk project gelden andere fysieke kaders, maar ook het benodigde vermogen, de gewenste temperatuur en druk, de snelheid en de koppeling met het elektriciteitsnet hebben hun eigen karakteristieken. Het gaat hier om technologisch geavanceerd maatwerk.”
Voor stoom zijn er ruim voldoende afnemers, er zijn heel wat fabrieken die altijd warmte nodig hebben.
Paul Weersink van Kaisec
Waaier aan leveranciers
Kaisec is al tien jaar betrokken bij BECC, eerst voor onderhoud en service maar inmiddels ook voor ontwikkeling. Nadat BECC met adviseur Recoy had geconcludeerd dat een e-boiler een interessante investering kon zijn, maakten Weersink en zijn collega’s een ontwerpstudie op hoofdlijnen: hoe komt zo’n installatie eruit te zien, welke koppelingen zijn er nodig, hoe werkt de integratie? “Dan komt er een ‘go’ en zo konden we verder met de detaillering, de specificaties van de boiler, de afsluiters, de regeling en besturing, de layout van de installatie. Bij Kaisec bekijken we het geheel van de techniek, de montage besteden we uit.”Bij zo’n project is een waaier aan leveranciers nodig, waaronder een civiel specialist voor de fundering, een installateur voor de aansluitingen van elektriciteit en water, een mechanische expert voor de pijpleidingen. In dit geval viel de keus via aanbestedingen op Modderkolk voor het installatiewerk en Fudura voor de bemetering van het project. Weersink: “Realisatie op de site kun je plannen, maar ook wij kregen te maken met uitloop doordat materialen later worden geleverd. Dan heb je mensen gereserveerd, maar zijn de spullen er nog niet. Pas toen alles er stond konden we de zaak in bedrijf stellen. Dat is het moment om te zien of alles werkt zoals uitgedacht: gaan de afsluiters op het goede moment open en dicht zodat we de juiste hoeveelheid stoom leveren.”
Extra voordeel heeft BECC van de e-boiler op momenten dat de centrale na onderhoud haar stoomnet opnieuw moet starten, wat nu sneller verloopt met nog slechts een kleine bijdrage van de gasgestookte hulpketel. De e-boiler weet het opstarten van de centrale ook te versnellen en is in de winter inzetbaar als vorstpreventie.
Uitzetten is geen optie
Er zijn vele momenten in de week dat elektriciteit goedkoper is dan aardgas om warmte op te wekken. Het kan dan ook voordeliger zijn om de biomassacentrale een tandje terug te laten schakelen zodat de e-boiler een deel van de warmteproductie op zich neemt. Die moet wel stabiel blijven, legt Weersink uit: “Voor stoom zijn er ruim voldoende afnemers, er zijn heel wat fabrieken die altijd warmte nodig hebben. De papierindustrie en de chemische industrie draaien 24 uur per dag, dat soort installaties wil je niet uitzetten. Als het echt moet, duurt het dagen voordat je weer in bedrijf bent.”Voor de klanten van BECC is niet te merken of ze stoom krijgen uit de centrale zelf of uit de boiler. “Dit soort contracten draait om de hoeveelheid en de beschikbaarheid, de warmte mag niet wegvallen. Als de vraag naar warmte toeneemt, zou het zelfs mogelijk zijn nog een e-boiler ernaast te zetten. De elektrische aansluiting van BECC heeft daar nog capaciteit voor.”